Deskundigenonderzoek

Basisbeginselen van goed deskundigenonderzoek
Bij veel aansprakelijkheidskwesties  is regelmatig de inbreng van een of meer deskundigen nodig.  Die deskundige informeert de juridische beslisser, maar mag niet op diens stoel gaan zitten. Juist bij medische aansprakelijkheid is de inbreng van deskundigen vaak van doorslaggevend belang. Maar dat leidt ons tot essentiële vragen. Wie is nu deskundig? Wat maakt iemand tot een deskundige? Het antwoord op die vragen is niet eenvoudig. Helaas wordt vaak iemand die naam gemaakt heeft (hoe dan en waarover?) geraadpleegd, die niet noodzakelijk over alle kennis beschikt voor de specifieke vraagstelling binnen een juridische context.
⇒ Lees daarvoor: Essentiële kwesties deskundigenonderzoek

Het deskundigenbericht
Er zijn steeds twee stappen, die achtereenvolgens moeten worden genomen: (1) de opdracht: het formuleren welke vraag of vragen aan de deskundige zullen worden voorgelegd en (2) het kiezen van de persoon – of personen – die deze vragen het beste kan beantwoorden.
Wanneer de deskundige door de rechter is benoemd, is dat een rechtbankdeskundige (=deskundige in rechte) terwijl een deskundige die werd aangezocht door een der partijen als partijdeskundige wordt aangeduid. Die laatste is daardoor overigens niet op voorhand partijdig. Bij het rechterlijke oordeel legt die laatste echter minder gewicht in de schaal.

Het optreden van incidenten of calamiteiten is steeds een symptoom van een onderliggende bredere problematiek; die moet de deskundige boven water zien te halen

Er zijn binnen een juridische procedure twee verschillende soorten vragen van belang, die elk hun eigen methodologie vragen:
(1) de rechtsvraag: de juridische beslisser wordt een klacht of een eis voorgelegd en zal daarover moeten oordelen;
(2) de onderzoeksvraag: wat is hier precies gebeurd (reconstructie) en waarom is het zo gelopen (verklaring)?

De juiste vraagstelling is van cruciaal belang voor dat deskundigenbericht en daarbij gaat het nogal eens fout. Bij medische aansprakelijkheid wordt te vaak aan de deskundige een rechtsvraag gesteld in de vorm van: “heeft deze arts gehandeld, zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in die situatie had mogen worden verwacht?”. Dat is de rechtsvraag waarover de juridische beslisser zich zal moeten uitlaten, niet de deskundige.

Bepalend voor de uiteindelijke oplossing en beslissing van de kwestie is de juiste causale verklaring van een onheilsgebeurtenis en om die uitleg te vinden is het stellen van een open onderzoeksvraag essentieel. Waarom is dit zo gebeurd? Bij het beantwoorden van die onderzoeksvraag dient men steeds beducht te zijn op een achterafbias. We weten immers de onzalige afloop, want die is nu juist de aanleiding van de schadeclaim! Dat vraagt een speciale methode van onderzoek.
➜ Lees ook: De achilleshiel van het deskundigenbericht

Voor nadere oriëntatie over deze kwesties, zie de volgende publicaties over de juiste methodologie van onderzoek:

Een apart onderwerp is het gebruik van statistische methoden, die soms tot grote gerechtelijke dwalingen aanleiding hebben gegeven. Zie voor een beschouwing daarover: De rol van statistiek

Zie ook de website van het landelijk register van gerechtelijk deskundigen: https://lrgd.nl/
Zie ook gedragscode: GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken 2012
Zie ook:  Leidraad deskundigen in civiele zaken

 

Bijgewerkt: 31 juli 2020